Zuigelingen behandelen wij altijd aan huis en eventueel `s avonds. Mogelijk kan dan ook de vader bij de behandeling van zijn zoon of dochter aanwezig zijn.
– Centrum voor Kinderfysiotherapie
Een voorkeurshouding komt regelmatig voor bij zuigelingen. Er is sprake van een voorkeurshouding wanneer uw kind telkens dezelfde kant op draait. Wanneer er een voorkeurshouding bestaat kan er een vormverandering van het hoofd ontstaan doordat er telkens aan dezelfde zijde druk op het schedeltje wordt uitgeoefend. Het komt de laatste jaren steeds vaker voor dat er een asymmetrische schedelvorm ontstaat doordat een baby niet meer op de buik mag worden gelegd in verband met het gevaar voor wiegedood. Op dit moment heeft één op de tien baby`s een scheef hoofdje ten gevolge van een voorkeurshouding.
Een voorkeurshouding kan dus een de schedelvorm van uw kind blijvend veranderen en kan ook gevolgen hebben voor de motorische ontwikkeling. Een baby met een voorkeur beweegt zijn armen en benen soms links en rechts niet evenveel Hij oefent daardoor het maken van bepaalde bewegingen niet of minder zodat de ontwikkeling van de motoriek hierdoor achter raakt. Het eenzijdig bewegen van een baby kan zo uiteindelijk een belemmering vormen voor zijn verdere ontwikkeling.
In de eerste drie maanden is de kans op een afgeplat hoofdje het grootst. Begin daarom al direct vanaf de geboorte de houding van uw kindje te variëren. Je baby loopt in de eerste drie levensmaanden het grootste risico op een afgeplat hoofdje. Daarom is het van belang dat je meteen vanaf de geboorte veel variatie in houding aanbrengt en alert bent op het ontstaan van een voorkeurshouding. Voorkomen is nog altijd makkelijker dan genezen.
De volgende adviezen bij het slapen, spelen en verzorgen kunnen in de meeste gevallen een voorkeurshouding voorkomen:
Als je baby (op zijn of haar rugje !) in zijn bedje ligt te slapen, leg je het hoofdje afwisselend naar links of naar rechts gedraaid. Je kunt je baby beter niet op zijn zij te slapen leggen, omdat het dan naar de buik kan omrollen en zo het risico op wiegedood groter is.
Zorg voor licht- en geluidsprikkels van verschillende kanten wanneer je baby in de box ligt te spelen. Op die manier zal je kindje zijn hoofdje afwisselend naar alle kanten draaien. Het is erg belangrijk om je baby in de box, onder toezicht, ook regelmatig op zijn buikje te spelen leggen. Het advies is om dit minstens 3 keer per dag te doen. Buikligging is een actievere houding dan rugligging en is daarom goed voor de motorische ontwikkeling van de baby. Leg de armpjes naar voren, zodat hij op de ellebogen kan steunen. Op deze manier kan je baby het hoofd gemakkelijker optillen en naar beide kanten kijken. Als dit nog niet lukt, kun je hem of haar met je hand wat steun op de billen geven.
Je mag je baby ook overdag op zijn zij leggen om te spelen. Let er op dat je baby wisselend op zijn of haar linker en rechter zij ligt. Je moet er dan natuurlijk wel bij blijven!
Zorg er voor dat je je baby afwisselend links en rechts liggend voedt. Bij borstvoeding gebeurt dit automatisch. Bij flesvoeding vraagt het soms wat oefening om je kind op beide armen te kunnen voeden.
Je kunt stimuleren dat je baby recht vooruit kijkt, door recht ervoor te gaan staan bij het voeteneind als je hem of haar verzorgt en verschoont en door ervoor te gaan zitten als hij op zijn buikje speelt.
Als je kind toch een voorkeurshouding ontwikkelt, dan is het van belang dat je juist de niet-voorkeurskant stimuleert. In het algemeen kijkt een baby graag naar het licht. Door het bedje om te draaien of andersom op te maken, kunt je proberen je baby naar de niet-voorkeurskant te laten kijken. Als je baby slaapt, draai je het hoofdje naar de niet-voorkeurskant. Meestal is de slaaphouding van een baby echter erg moeilijk te beïnvloeden, zodra jij de kamer uit bent heeft je kindje vaak het hoofdje al weer verdraaid.
Daarom is het minstens zo belangrijk om juist als je kindje wakker is te stimuleren dat je kindje de niet-voorkeurskant op kijkt. Plaats bijvoorbeeld opvallend speelgoed aan de niet-voorkeurskant van de box. Als je je kindje optilt, kun je hem zo dragen dat hij naar zijn niet-voorkeurkant moet kijken. Ook de flesvoeding geef je zo, dat je kind naar de niet-voorkeurskant moet draaien om jou te kunnen zien. Zorg wel dat beide armpjes naar voren liggen. Ga bij het verzorgen en verschonen zo staan dat je kind naar de niet-voorkeurskant moet draaien om jou te kunnen zien.
Soms is een voorkeurshouding hardnekkig en moeilijk te corrigeren. Als je deze adviezen goed gevolgd hebt en de voorkeurshouding toch niet beïnvloed is, kan de hulp van een kinderfysiotherapeut nodig zijn. De kinderfysiotherapeut zal de baby ook stimuleren in de ontwikkeling van de niet-voorkeurskant en de ouders instructies geven ten aanzien van het oefenen met de baby en het handelen in de dagelijkse verzorging.
Twijfelt u of fysiotherapie nodig is kunt u een screening van de kinderfysiotherapeut vragen. De kosten van deze screening worden door de ziektekostenverzekering vergoed (basispakket).
U kunt u hier aanmelden wanneer u een screening van uw zoon of dochter door de kinderfysiotherapeut wil. We zullen dan op korte termijn een afspraak met u maken om te kijken of kinderfysiotherapie nodig is.
U heeft hiervoor geen verwijzing van uw (huis)arts nodig.
Voor zuigelingen komen we bij voorkeur bij aan huis.
Maandag t/m vrijdag:
08:00 uur tot 18:00 uur
Maandag- en woensdagavond:
18:00 uur tot 20:00 uur
Centrum voor Kinderfysiotherapie
Lorentzlaan 2
7002 HB Doetinchem
0314-390456
cvkdoetinchem@gmail.com
www.cvkdoetinchem.nl
© 2020 Centrum voor Kinderfysiotherapie | Een website van REBOMEDIA
De kinderen die u ziet hebben samen met hun ouder(s) toestemming gegeven voor het plaatsen van hun foto op onze website.